Vanaf 1 januari 2019 worden vitamines en mineralen die ook zonder recept te koop zijn niet meer vergoed uit het basispakket. Voorbeelden hiervan zijn vitamine D, calcium (kalktabletten) en foliumzuur. Minister Bruins (Medische Zorg en Sport) stelt dit voor naar aanleiding van het advies ‘Horen vitaminen, mineralen en paracetamol 1000 mg (nog) thuis in het te verzekeren pakket?’ van het Zorginstituut Nederland (ZINL).
Waarom deze maatregel?
Het Zorginstituut vindt dat middelen, waarvoor een (nagenoeg) gelijkwaardig product op de vrije markt verkrijgbaar is, niet in het basispakket thuishoren. Deze vrij verkrijgbare producten zijn vaak een stuk goedkoper. Dit komt omdat de consument dan niet hoeft te betalen voor het recept (de zogenaamde receptvergoeding). Volgens de minister lopen de vergoedingen voor de betrokken vitamine- en mineralensupplementen op tot rond de 30 miljoen euro per jaar, en gemiddeld €60 per patiënt per jaar.
Effectiviteit en medische noodzaak niet ter discussie
De effectiviteit en medische noodzaak van de middelen staat voor minister Bruins niet ter discussie. Hij gaat er vanuit dat ‘patiënten en artsen het goede gesprek voeren om de juiste geneesmiddelen te kiezen en de therapietrouw te borgen. Daarbij zou de vergoedingsstatus geen invloed moeten hebben op het voorschrift van de behandelaar en het gesprek daarover met de patiënt.’
Overleg met je arts
Meld het gebruik van vrij verkrijgbare vitamine- of mineraalsupplementen ook altijd aan je arts of apotheek, zeker als je ook andere medicijnen gebruikt. Gebruik je nu een supplement op advies van je arts, overleg dan welk product je het beste kunt kopen. Vergeet daarbij ook niet na te vragen welke dosering je moet kiezen.
Lees hier het volledige advies ‘Horen vitaminen, mineralen en paracetamol 1000 mg (nog) thuis in het te verzekeren pakket?’. En hier het pakketadvies van minister Bruins.