Te lage vitamine D waardes bij fractuurpatiënten

  Nieuws

Ouderen hebben dagelijks 10 of 20 microgram extra vitamine D nodig, onder meer om de kans op botbreuken te voorkomen. Voor mensen met osteoporose en ouderen die een donkere huidskleur hebben of die onvoldoende buiten komen is dat het dubbele. En zelfs dat is voor een deel van de ouderen niet voldoende, zo blijkt uit onderzoek van VieCurie Medisch Centrum Noord-Limburg in Venlo.

Onderzoek

Bij het onderzoek waren 625 patiënten boven de vijftig jaar betrokken, die een fractuur hadden opgelopen. Vaak was dit het gevolg van een combinatie van een val en een lage botdichtheid. De gemiddelde bloedwaarde van vitamine D was 43 nmol/liter. In het algemeen gold: hoe hoger de leeftijd en hoe lager de botdichtheid, hoe lager de bloedwaarde. Suppletie van 20 mcg vitamine D zou voor 25% van de patiënten met een fractuur én een ernstig vitamine D-tekort niet voldoende zijn om op de gewenste bloedwaarde van 50 nmol/l te komen. Bij ouderen met osteoporose ligt dat percentage nog een stuk hoger: voor 37 % van hen zou 20 microgram extra vitamine D per dag niet voldoende zijn.
De Limburgse onderzoekers adviseren bij fractuurpatiënten de bloedwaarde van vitamine D vast te stellen en een daarop aangepaste vitamine D-dosering toe te dienen. Na drie maanden zou het onderzoek moeten worden herhaald, zodat uiteindelijk bij alle patiënten de bloedwaarde van vitamine D voldoende is.

Vitamine D

Vitamine D zorgt ervoor dat calcium, onmisbaar voor de opbouw en instandhouding van een stevig skelet, goed wordt opgenomen in het lichaam. Er zit vitamine D in dierlijke voedingsmiddelen, maar dat is meestal maar weinig. Een uitzondering hierop zijn vette vissoorten, zoals paling en makreel. Daarnaast wordt vitamine D in Nederland toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten. Een belangrijke bron is de zon. Vitamine D wordt namelijk aangemaakt in de huid, onder invloed van UV-straling. Maar voor de genoemde risicogroepen leveren de voeding en de zon onvoldoende vitamine D. Een supplement is daarom noodzakelijk, vindt ook de Gezondheidsraad.


Bron: